Spelregels U8 en U10
Speelveld
a. U10- en U8-wedstrijden worden gelijktijdig op dezelfde ijsvlakte gespeeld. U8-ijshockey wordt in de breedte op een derde van de ijsvlakte gespeeld. U10-ijshockey wordt in de lengte op twee derde van de ijsvlakte gespeeld.
b. Op de denkbeeldige lijn (op 21.32 m vanaf de korte boarding en op 1.5 m afstand van de blauwe lijn) tussen het U8-speelveld en het U10-speelveld dient een afscheiding te zijn aangebracht. Hiervoor gelden de volgende criteria:
– de afscheiding dient een over het ijs glijdende puck tegen te houden;
– de afscheiding dient zodanig geconstrueerd te zijn dat het verschuiven wordt beperkt;
– aan de afscheiding mogen geen uitstekende onderdelen zitten die de veiligheid van de spelers in gevaar kunnen brengen.
c. De competitiecommissie behoudt het recht een afscheiding om veiligheidsredenen te verbieden.
d. In het U8-speelveld dienen op het ijs tegen de reguliere boarding aan de korte zijde van de ijsbaan twee spelersbanken te worden geplaatst.
e. U10 maakt gebruik van de reguliere spelersbanken.
f. Bij U8-ijshockey dient tussen de achterkant van het doel en de boarding een strook van één meter ijs open te zijn. Het midden van het doel staat op de lengte-as die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U8-ijshockey is het doel 130 cm breed en 90 cm hoog binnenkant paal gemeten.
g. Bij U10-ijshockey wordt op een fictieve doellijn op 2.5 meter van de blauwe lijn één van de doelen geplaatst. Het andere doel wordt op de reguliere plaats op de reguliere doellijn geplaatst. Het midden van de doelen staat op de lengte-as die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U10-ijshockey worden reguliere ijshockeydoelen gebruikt.
Teamsamenstelling
a. Gedurende het spel mogen van een U8-team niet meer dan vijf spelers – vier veldspelers en één doelverdediger – zich tegelijk op het speelveld bevinden.
b. Gedurende het spel mogen van een U10-team niet meer dan zes spelers – vijf veldspelers en één doelverdediger – zich tegelijk op het speelveld bevinden.
Speeltijd
a. U10- en U8-wedstrijden worden gelijktijdig gespeeld.
b. Tijdens een toernooitje met drie clubs worden zes wedstrijdjes gespeeld volgens het volgende schema:
team A vs team B
team C vs team B
team C vs team A
team B vs team A
team B vs team C
team A vs team C
c. Deze wedstrijdjes duren 15 minuten doorlopende tijd (‘vuile tijd’).
Wisselsignaal
Om de 90 seconden klinkt een wisselsignaal. 10 Seconden na het wisselsignaal wordt een face-off genomen op de fictieve middenlijn van het speelveld. Indien binnen 15 seconden voor het verstrijken van de 90 seconden een spelonderbreking plaatsvindt bij de U10, dient het wisselsignaal direct te klinken.
Straffen
a. In het geval van overtreding van de spelregels is bij U10, met uitzondering van de situatie zoals in lid b beschreven, het volgende van toepassing:
– de bestrafte U10-speler wordt naar de strafbank verwezen;
– de straf geldt voor de lopende shift (= de speeltijd tussen twee wisselsignalen);
– het team van de bestrafte speler speelt in numerieke minderheid;
– wanneer een tegendoelpunt wordt gescoord, mag de speler weer deelnemen aan het spel;
– de teamleiding dient na afloop van de straf aan de betreffende speler uit te leggen waarvoor de straf werd opgelegd.
b. Indien een U10-speler binnen 15 seconden voor het einde van een shift of tijdens het wisselen wordt bestraft, is het volgende van toepassing:
– de bestrafte U10-speler wordt naar de strafbank verwezen;
– de straf geldt voor de komende shift (= de speeltijd tussen twee spelerswissels);
– het team van de bestrafte speler speelt op normale sterkte (de straf van de U10-speler wordt dus een persoonlijke straf);
– aangezien er geen numerieke minderheid door de straf ontstaat, blijft de speler op de strafbank wanneer een tegendoelpunt wordt gescoord;
– de teamleiding dient na afloop van de straf aan de betreffende speler uit te leggen waarvoor de straf werd opgelegd.
c. Bij U10 worden straffen niet op het scorebord vermeld.
Overige afwijkende spelregels
a. Bij U10 en U8 zijn bodychecks niet toegestaan. Een bodycheck wordt bestraft zoals beschreven onder Straffen.
b. Bij U10 en U8 zijn slapshots niet toegestaan. In het geval van een slapshot fluit de scheidsrechter af en legt hij de betreffende speler uit dat een slapshot niet is toegestaan. Indien dezelfde speler voor de tweede keer in de wedstrijd een slapshot geeft, wordt dat bestraft zoals beschreven onder Straffen.
c. Bij U10 en U8 zijn de icing- en off-side-spelregel niet van toepassing.
d. Bij U10 en U8 worden de face-offs bij aanvang van de wedstrijd, na een wissel en na een doelpunt, genomen op de denkbeeldige middellijn.
e. Indien bij U10 en U8 de scheidsrechter affluit omdat de doelverdediger de puck vasthoudt, wordt het spel hervat doordat de scheidsrechter de puck (over het ijs) in één van de twee hoeken aan de korte zijde van het betreffende doel werpt.
NB
Ook bij U10 en U8 moeten de doelverdedigers worden aangespoord om binnen drie seconden de puck zelf weer in het spel te brengen.
f. Indien bij U10 de scheidsrechter affluit vanwege een overtreding, wordt het spel hervat doordat de scheidsrechter de puck (over het ijs) in één van de twee hoeken aan de korte zijde van het bestrafte team werpt.
g. Bij U8 worden doelpunten niet bijgehouden op het scorebord.